Laat deze Casa er maar in!

Laat deze Casa er maar in!

Door Hubrecht Duijker | 3 april 2018

Een wijndomein beginnen in een toen nauwelijks bekende, koele kustvallei van Chili, je moet maar durven. Met als handicap dat er geen investeerder te vinden is die dit risicovolle project wil steunen. Toch slaagde María Luz Marín daarin. Helemaal in haar eentje. Zonder zelfs een lening van de bank. Ze kocht grond in de San Antonio Valley, plantte er achttien jaar geleden de eerste druivenstokken, bouwde later nog een eigen kelder en werd de trotse eigenaresse van Casa Marín. Dat inmiddels ook internationaal een uitstekende reputatie geniet.

Hoe María het voor elkaar kreeg, ook financieel? In de eerste plaats door veel praktijkervaring op te doen met wijnbouw, wijnbereiding en wijnmarketing. Acht jaar lang werkte ze in diverse functies voor Viña San Pedro, en later in een adviserende rol voor kleinere bodegas. Wat uiteindelijk resulteerde in het verzoek van een Britse wijnfirma, tevens bottelbedrijf, of zij Chileense bulkwijnen wilde gaan selecteren voor de eigen merken van een aantal hele grote supermarktketens, waaronder Tesco. In die hoedanigheid heeft María heeft vijf jaar lang miljoenen liters wijn geleverd – en voldoende verdiend om haar droom te realiseren, een wijngoed van haarzelf. Waarbij inmiddels haar hele familie betrokken is. Zoon Félipe bijvoorbeeld is nu de wijnmaker en schoondochter Jamie Verbraak (een Nederlandse) doet de commercie. 

Met de witte wijnen van haar eerste oogst, die uit 2003, ging María naar een Engelse wijnbeurs. Waar ze tot haar grote schrik te horen kreeg dat ze ‘nooit of te nimmer’ een wijn zou verkopen voor de relatief hoge prijs die ze toen vroeg. Want vijftien jaar geleden werd Chili beschouwd als leverancier van alleen goedkope wijnen. Maar dat imago is inmiddels ingrijpend veranderd – en voor Casa Marín geldt Groot-Brittannië tegenwoordig als een grote markt. 

Waarom als plaats van vestiging de San Antonio Vallei gekozen? Op vier kilometer van de koude oceaan? María vertelt over het koele klimaat (‘in de zomer wordt het maximaal 25 à 26 graden’), over de zeewind (‘die vochtigheid brengt en een heel klein beetje ziltheid’) en de goede gronden (‘die de wijnen veel mineraliteit geven’). De te planten druivenrassen koos ze met behulp van een consulente in Californië. Aanvankelijk waren dat alleen witte rassen plus pinot noir. ‘Maar ik maak géén Chardonnay, want daar houd ik niet van.’ Later, in respectievelijk 2004 een 2011, werden syrah en grenache toegevoegd. 

In totaal beschikt de familie Marín nu over 43 hectare wijngrond, terwijl bij buren nog druiven worden bijgekocht voor het merk Mar y Luz. Het is daarvan dat we de eerste wijn proeven, de 2017 Sauvignon Blanc. De wijn geurt en smaakt volop naar buxus en andere plantaardige elementen, met een ondertoon van groen fruit, veel sappigheid en een vrij volle, stevige structuur. 

Nog expressiever is de werkelijk excellente 2017 Cipreses Vineyard Sauvignon Blanc. Terwijl de 2017 Cartagena Sauvignon Blanc wat kruidiger en strakker smaakt dan beide andere – en zich kan meten met de beste uit Nieuw-Zeeland. Genieten is het eveneens van de 2016 Cartagena Gewürztraminer, zwoel, mild en vol van aard, met tegelijk de frisheid die zijn geboortegrond typeert. Bij de rode soorten schitteren de Pinot Noirs. Een levendige frisheid, veel sap en mild rood fruit maken de geurige, op slechts €8,50 geprijsde Mar y Luz 2016 Pinot Noir heel verleidelijk. 

Het moge duidelijk zijn: laat dit Chileense Casa er maar in!

Alle wijnen

Bekijk het hele wijnaanbod