Chave, bron van inspiratie
Door Louis Kat | 6 maart 2019
Mijn allereerste bezoek aan Domaine Jean-Louis Chave was
op een zaterdagmorgen in 1964. Het was tijdens mijn stage met Wim Beelen. We
verbleven in Tain-l’Hermitage waar Max Chapoutier ons wegwijs maakte op de
heuvel Hermitage. We wisten dat ten zuiden van Tournon het eerste dorp Mauves
heette en dat daar het woonhuis en de kelders van Chave gelegen waren.
Sommige wijndorpen kunnen wel iets bekoorlijks hebben.
Een paar doorgezaagde oude wijnvaten met een wijnrank bij de zijn
soms voldoende om een wijnsfeertje te creëren. Mauves heeft niets van dit alles.
De Route Nationale 86 splijt het dorp in de lengte in twee gelijke delen.
Tussen de grijs en grauw geworden huizen dendert het drukke verkeer er zo hard
doorheen dat zelfs op de stoep lopen niet zonder gevaar is. Er zijn een paar
uithangbordjes die aangeven dat er een wijnboer huist, maar een bordje met de
naam Chave was ons ontgaan. Na een paar keer dorp in, dorp uit wees een
hulpvaardige dorpeling ons op een héél klein, bijna verveloos bordje waar ‘J.L.
Chave’ op bleek te staan. Na onze bezoeken aan imponerende kastelen in Bordeaux
en rijke, prestigieuze domeinen in de Bourgogne, konden we ons niet voorstellen
dat in deze troosteloze straat en achter deze vervuilde pui de beroemdste
wijnproducent van de Hermitage-heuvel zou wonen en werken.
Tegen tienen belden we aan. Zonder afspraak. De moeder
van Gérard deed open en liet ons binnen. Nee, we kwamen niet ongelegen, want haar
man Jean-Louis en zoon Gérard waren in de kelders aan het proeven. Ze bracht
ons vanuit het achterhuis naar een binnenplaats waaronder de kelders lagen. We
daalden af via een sterk aflopend pad en kwamen in een donker doolhof van
gangen gevuld met vaten en grote foudres met rijpende hermitage. Honderden
flessen oudere jaargangen lagen in nissen waar schimmels vrij spel hadden. Bij
een klein tafeltje vol proefflessen ontmoetten wij vader Jean-Louis Chave en
zijn zoon Gérard. We mochten meeproeven. Eén ding werd ons direct duidelijk: de
rijkdom van Chave zit onder de grond.
Een volmondig ‘oui’
Bij mijn eerste inkoopreis samen met mijn echtgenote
Ellen, stond een afspraak met Gérard Chave boven aan mijn verlanglijst. Hij had
in 1970 de leiding van het domein van zijn vader overgenomen.
Precies op het volgens ons afgesproken tijdstip kwamen we
aan, maar Monique, de echtgenote van Gérard, keek ons verbaasd aan: ze hadden ons
een uur later verwacht. Gérard was er niet. Hij werkte in een van de wijngaarden
op de Hermitage-heuvel. Ze bedacht zich geen moment en stelde voor haar man op
te halen. Samen in een jeep reden we naar de plek waar Gérard vermoedelijk aan
het werk zou zijn. We vonden hem samen met twee ouvriers hoog
op de heuvel bij de akker Les Bessard, vanwaar je een schitterend uitzicht hebt
op de Rhône met aan de voet het stadje Tain-l’Hermitage en aan de andere kant
van de rivier de stad Tournon.
Terug in Mauves wachtte ons een buitengewoon hartelijke
ontvangst. Ik had sinds 1964 geen contact meer met de familie Chave gehad, maar
Gérard herinnerde zich nog het bezoek van twee Nederlanders op die zaterdagmorgen.
Nadat we herinneringen hadden opgehaald en ik had verteld over de overname van
Okhuysen daalden wij af naar de indrukwekkende kelders onder het woonhuis en de
binnenplaats voor een unieke proeverij.
We begonnen met wit, gemaakt van de druiven marsanne (85
procent) en roussanne (15 procent), afkomstig van de percelen l’Hermite,
Péleat, Maison Blanche en Roucoles. De wijnen waren deels op eiken vaten (geen
nieuwe) gevinifieerd en deels op inoxtanks. Piepjonge wijnen, ieder met een
eigen karakter, die nu een langdurige rijping ondergingen. Gérard Chave zei: ‘Hout
mag iets toevoegen aan de wijn, maar mag nooit dominant zijn.’
Was het proeven van de nog niet geassembleerde witte
hermitage al spectaculair te noemen, de verschillende jonge, rode hermitages
(100 procent syrah) waren nog indrukwekkender. We proefden de tanninerijke Les
Roucoles, de aromatische Le Méal, het rijke cassisfruit van de l’Hermite, de
geconcentreerde en peperige Les Beaumes, de donker gekleurde tannineuze Péleat
en de geconcentreerde en diep donker gekleurde Les Bessard − die Chave
omschreef als de ruggengraat van de assemblage. Alle percelen waren individueel
geoogst en gevinifieerd op zowel houten als roestvrijstalen cuves en vervolgens
opgevoed op barriques. Pas na vijftien tot achttien maanden zou de assemblage plaatsvinden.
De familie Chave
De
familie Chave neemt in de wijnwereld een heel bijzondere plek in. Sinds 1481
maken de Chaves van vader op zoon wijn. De voorouders bezaten wijngaarden in de
Ardèche, maar werden door de alles vernietigende druifluis, de phylloxera,
gedwongen elders een toekomst op te bouwen. In 1890 kochten zij enkele
wijngaarden op de zeer begeerde Hermitage-heuvel ter hoogte van het stadje Tain-l’Hermitage.
Momenteel bezit de familie een kleine 15 hectare, verspreid over deze heuvel,
die in totaal slechts uit 125 hectare bestaat. Chave is daarmee een van de
grootste producenten van hermitage.
Na al dit jonge geweld volgde nog een buitengewoon
boeiende proeverij van verschillende oude jaargangen Hermitage blanc en rouge.
Chave is een grootmeester in het maken van één perfecte cuvée, waarbij alleen die
vaten worden geselecteerd die passen in de beoogde eindassemblage, namelijk een
wijn die uitblinkt in complexiteit, kracht en rijpheid, alsmede elegantie en
frisheid, maar die tevens een grote lengte bezit. Na ruim twee uur proeven
verlieten we de kelder en keerden we terug op aarde. Het was een schitterende
ervaring om zo veel unieke wijnen te mogen proeven samen met een gepassioneerde viticulteur als Gérard Chave. Zelf zijn de Chave’s bescheiden. Volgens
hen is hun succes vooral te danken aan het exceptionele terroir van de heuvel
Hermitage, die net als de grands crus in de Bourgogne nu eenmaal unieke wijnen
voortbrengt. Maar dit verklaart niet waarom Chave met kop en schouders boven de
andere producenten van de Hermitage-heuvel uitsteekt. We namen afscheid van
elkaar en op voorzichtige wijze formuleerde ik de vraag of Okhuysen misschien
een paar dozen hermitage voor Nederland zou kunnen importeren. Zijn volmondig 'oui' werd bekrachtigd
met een uitnodiging om met elkaar te lunchen. We verkeerden in een
juichstemming: Okhuysen mocht zich de importeur van de Chave-wijnen voor
Nederland noemen.
Proeven is pas het begin
Bezoeken aan Chave vergen de nodige tijd, want je proeft
niet een paar wijnen, maar tenminste een serie van acht witte hermitages en een
dertigtal rode van verschillende herkomst en uit meerdere vaten.
Proeven met Gérard is altijd een hoogtepunt en in zekere
zin ook een rustpunt tijdens de inkoopreis. Een gesprek met hem bestrijkt alle facetten
van het wijnvak. Zijn kennis en standpunten vormen voor mij een ijkpunt. Maar
een aanslag op de smaakpapillen en het uithoudingsvermogen is het zeker. Ook
mijn echtgenote was daarvan overtuigd, getuige het volgende verslagje:
Het proeven geschiedde in de kelders. Een selectie van zo’n
35 wijnen uit het vat, met tot slot oude(re) jaargangen op fles. Chaves wijnen
rechtvaardigen een royale proeftijd. Na twee uur weer boven de grond, betreurde
ik mijn ruim onvoldoende training ten zeerste. Ik snakte naar een eenzaam
landweggetje met mogelijkheid mijzelf op een picknickkleed uit te vloeren. Het
zou anders gaan. Chave nodigde ons uit voor de lunch in het dorpsrestaurant.
Aldaar moest ik terstond een overlevingsstrategie bedenken. Dat werd de retirade,
die me kans bood mijn hoofd tegen de koude tegels te houden, hetgeen ik
bezwaard maar langdurig deed en dat, Godlof, het nodige opwekkende effect had.’
Een bezoek aan Gérard en Monique betekende meestal niet
alleen proeven. Zij zijn geïnteresseerd in hun importeurs, die ze beschouwen als
een verlengstuk van hun werk. Gelukkig gaat zaken doen in Frankrijk meestal
gepaard met een informele lunch, om een overeenkomst te bekrachtigen en elkaar
beter te leren kennen. Een mooie gelegenheid om de gesprekken over de wijn
voort te zetten. Bovendien bood het een kans om wijnen ook in combinatie met
gerechten te proeven. Het was tijdens een lunch dat we op het idee kwamen een
proeverij in Nederland te organiseren. Gérard vond het een prima plan en voegde
daaraan toe dat zijn vriend Auguste Clape in Cornas hier ook wel voor in zou
zijn. Beide prominenten, Gérard Chave en Auguste Clape, waren het weekend van 8
en 9 mei in 1993 onze gasten en er vond een grootse proeverij plaats in onze
kelders in de Gierstraat en de volgende dag in Amsterdam voor sommeliers en de
pers.
Geen landwijntje
Bij een ander bezoek aan Chave nodigde Gérard ons uit
voor een lunch bij zijn goede vriend Michel Chabran in Pont-de l’Isère, een van
de toprestaurateurs van de streek. We arriveerden na twee uur en de meeste gasten
zaten aan het dessert. Al snel schoof chef Michel aan bij onze tafel voor
overleg: wat zou hij voor ons klaarmaken? Gérard is een echte visliefhebber,
dus stelde Michel voor een paar visgerechtjes te maken. Gérard gaf mij de
wijnkaart met de woorden: ‘Louis, jij bent de specialist, zoek iets moois uit.’
De wijnkaart, pagina’s vol met de meest aantrekkelijke Rhône-wijnen per
appellation ingedeeld, bladerde ik door. Met het oog op nog te ontdekken
wijnboeren in Saint-Joseph koos ik voor een witte saint-joseph van een voor mij
onbekende wijnboer. Gérard: 'Allez Louis, we gaan natuurlijk niet een ‘landwijntje’
drinken. Alleen condrieu past vandaag bij de gerechten van mijn vriend Michel.’
Het werd dus condrieu, niet één fles, maar drie verschillende, want Chabran
maakte drie visgerechten.
Eten met een wijnmaker was duidelijk een verlengstuk van
de proeverij. Sinds dit eerste bezoek aan Chabran is dit restaurant onze
favoriet gebleven. De fijnzinnige keuken, het uitzonderlijke, strakke design interieur
en de betoverende schilderijen van Bernard Cathelin aan de wand, deden ons
regelmatig terugkeren.
Het genieten bij Chabran eindigde dik in de namiddag en
wij moesten ons naar de Vaucluse haasten, waar wij ongelukkigerwijs een proef-
en dinerafspraak hadden met een oude wijnboer. Een bezoek om tegenop te zien.
Zowel zijn hartelijkheid als zijn onverstaanbaarheid maakten steeds opnieuw een
verpletterende indruk op ons. Dineren met de oude in het plaatselijke
restaurant, een dodelijke combinatie. We kwamen laat binnen, de bevlekte tafels
werden net opgeruimd. Hij nam varkenspootjes… Diep in de nacht legden we ons te
rusten.
Soms lunchten we bij Gérard en Monique thuis. Dan kon het
voorkomen dat de maaltijd werd onderbroken voor werk. Tijdens een
lunch werd er eens aangebeld door twee jongens van de wijnschool in Tournon. Daar
stonden ze met een fles Hermitage blanc Chave van 1946. De kurk van deze wijn
was in de fles gezakt. De in doeken gewikkelde patiënt werd naar Gérard
gebracht met de vraag of hij er een nieuwe, originele kurk op wilde doen. Als
een chirurg verwijderde Chave de oude kurk, die voornamelijk in de breedte was
gekrompen. Hij opende een Hermitage blanc van 1970 om de wijn van 1946 op
niveau bij te vullen en kurkte de fles vervolgens af. De wijn van 1946 rook nog
perfect vanuit de fles en Chave was er zeker van dat hij nog jarenlang mee zou gaan.
Vanzelfsprekend bood dit bijzondere incident ons de gelegenheid een fles
Hermitage blanc van 1970 te proeven. Hij bleek nectar gelijk.
Jean-Louis volgt Gérard op
Nadat hij zijn diploma Master of Business Administration
(MBA) in Hartford had gehaald en een studie oenologie aan de Davies Universiteit
in Californië afrondde, keerde Jean-Louis in januari 1993 terug in Frankrijk.
Hij moest eerst zijn dienstplicht vervullen. In 1994 deed hij zijn intrede bij
het familiedomein. Al snel werd hij, in navolging van zijn vader, gezien als
een van de beste makers van hermitage. Zo vader zo zoon!
Inmiddels heeft Jean-Louis de dagelijkse leiding op het
domein van zijn vader overgenomen, maar Gérard is nog steeds actief betrokken bij
de vinificatie en assemblage. Samen vormen zij een echte twee-eenheid. Sinds
enkele jaren adviseert en begeleidt Jean-Louis ook een aantal kleine wijnboeren
om de kwaliteit van hun wijnen te verbeteren. Als tegenprestatie kreeg hij de
mogelijkheid een deel van de productie te kopen voor zijn kleine handelshuis
met de naam J.L. Chave Sélection. Ook deze wijnen zijn van hoog niveau en
dragen heel duidelijk de signatuur van Jean-Louis.
Genoten van dit verhaal?
Weet dat Louis Kat zijn inkoopavonturen heeft gebundeld in het boek ‘Monsieur Louis’.