Door Aad Kuijper | 4 september 2020
Als u een baard draagt, Oedipus drinkt, dol bent op vin nature, almond milk in uw macchiato doet en drie keer in de week veganistisch eet, dan is dit stukje waarschijnlijk niet aan u besteed. Geeft niks, leg het gerust weg en spoed u naar uw barbier, u mist er niks aan. Geen Fear Of Missing Out, de wijn waar ik het over ga hebben is namelijk zo uncool als loafers met kwastjes. Bent u daar nog? Mooi, dan zijn we nu met gelijkgestemden onder elkaar.
Witte bordeaux. Ooit klassiek en vermaard
staat het nu te verstoffen in de supermarkt.
De hippe mensch haalt er namelijk zijn neus
voor op. Jammer voor hen; dan drinken wij, de
ouderwetsche liefhebbers, het gewoon lekker
zelf op.
Want is er iets mooier dan een goed glas witte
Graves, Pessac of Entre-Deux-Mers? Ik durf
haast te zeggen van niet, en omdat het niet hip
is, is het tegenwoordig vrij voorradig en betaalbaar.
Daarbij kan de wijn dat stof best hebben
– hij wordt er zelfs beter van.
Dat is namelijk een ander voordeel van de
sauvignon-sémillon-combinatie: je kunt hem
laten liggen of dat zoals gezegd door anderen
laten doen. Gerijpt is witte bordeaux namelijk
nog lekkerder.
Zo zoek ik in een restaurant
altijd naar oude flessen en vind ik daar, omdat
weinig mensen het drinken, vaak de mooiste
jaargangen tegen de toen geldende prijs. Zoals
Cruijff al zei: als iedereen naar rechts kijkt, is
er ruimte op links. Daarmee bedoelde hij dat je
nooit de mode moet volgen, maar je neus.
En die zit bij het wit uit de Bordeaux wel
goed. Drink je hem in zijn jeugd, dan ruik je
citrus en ander wit fruit in het glas en vind je
genoeg serieuzigheid in de mond. Maar gun je
de wijn wat jaren kelderrust, dan weet je niet
wat je proeft. Of eigenlijk wel: noten, karamel
en honing. Geweldig.
Witte bordeaux is een wijn met ruggengraat.
Zo zorgt de sauvignon voor het plezier, waar
de sémillon de serieuze boodschap brengt.
Het is wijn met een verhaal. Geen hip verhaal,
maar een klassieke vertelling over opkomst en
ondergang, kiezels en klei en het gevecht tegen
de elementen. Door de ligging aan zee heeft
Bordeaux namelijk alles om het de druiven
moeilijk te maken en ze zo tot grote prestaties
te dwingen. En dat proef je. Zo dronk ik laatst
een fles Clos des Lunes 2017 en was ik over
the moon. Frisheid, finesse en toch kracht, een
geweldige instapper, maar dan zonder kwastjes:
nauwelijks hout of opsmuk. Bordeaux zoals
bordeaux bedoeld is. De andere flessen laat ik
lekker liggen. Zul je zien dat het tegen die tijd
weer hip is om ze te drinken.